Deze pasta met groene olijventapenade is niet moeilijk en gruwelijk lekker in z’n eenvoud. Aan calorieën tellen doe ik niet en volgens mij is dat maar goed ook als ik naar al die kazen kijk, maar dat mag de pret niet drukken.





Eigenlijk speel ik een beetje vals met dit recept. Het is namelijk nagenoeg hetzelfde als de gevulde pastaschelpen, maar dan in een pastarolletje, overgoten met bechamelsaus. Maar omdat het zo lekker is en grote pastaschelpen niet goed verkrijgbaar zijn, geef ik het toch.
Bij het vullen van cannelloni is het belangrijk niet te proppen. Je loopt dan te veel risico dat je mooie pastarolletjes openbarsten. Houd wat extra buisjes bij de hand voor het geval dat je vulling over hebt.
Nog geen idee wat je op tafel zet op 1 januari? Vier het begin van het nieuwe jaar dan op z’n Siciliaans in met deze pasta per Capo d’Anno. Daar zul je geen spijt van krijgen. Of je nu brak bent van een avondje stappen of familiebezoek, je hebt vast behoefte aan een snel maar smakelijk bordje eten.
De Siciliaanse nieuwjaarspasta is een goed huwelijk tussen zachte, romige pasta en vurige tomatensaus. De reuzel die ik gebruik geeft een typische smaak. Boter is een beter alternatief dan olijfolie, maar haalt net wat van de verfijning van de smaak af.
Maar eigenlijk moet ik niet zeuren met mijn ‘verfijning’. Dit recept is namelijk een zeer vereenvoudigde versie van de Lasagne per Capo d’Anno (from Palermo, Sicily) uit Foods of Sicily & Sardinia and the smaller islands van Guiliano Bugialli.
In plaats van zelf verse pasta met veel ei te maken, gebruik ik gedroogde. En de mix van rundergehakt, varkensgehakt en saucijs vervang ik gemakshalve door half-om-halfgehakt. In Palermo gebruiken ze de ricotta van schapenmelk waar de streek om bekend staat. Ik heb de ricotta deze keer niet eens zelf gemaakt, terwijl ik er doorgaans mijn hand niet voor omdraai. Sterker nog; ik heb het recept uitgeschreven en mijn vriend heeft gekookt. Luiheid ten top met een verrassend subliem resultaat.
Dus nu alleen nog iemand vinden die het voor je maakt.
Voor dit gerecht moet je de tijd uittrekken; je kunt het niet binnen 2 dagen maken. En als je slim bent, maak je het in de periode voor kerst, op een rustiger moment. Je kunt het gerust invriezen en op kerstavond uit de vriezer halen. Zo beperk je kooktstress voor het kerstmenu tot het minimum.
Voor dit gerecht maakte ik zelf runderbouillon. Dat recept deel ik binnenkort ook via mijn blog, maar voor nu houd ik het bij ‘bouillon’. Kijk zelf of je home made of blokjes gebruikt. Vleesbouillon is het best voor dit recept.
Zelf ben ik echt laaiend enthousiast over dit recept. Ik heb heel wat eetervaring op stoofgebied, maar dit is serieus één van de lekkerste ooit. De smaak is zo intens en warm. Eerst proef je de wijn en daarna de warme kruiden. Samen met de romige risotto, het bittere van de spinazie en het knapperige, zoute koekje, gebeurt er echt iets in je mond.
Dit gerecht serveerde ik onlangs tijdens mijn kookbeurt van onze eetclub. De samenvatting van de feedback en de beoordeling lees je onder het recept. Bekijk ook het voorgerecht Paddenstoelenkoffie.
Spaghetti Bolognese? Pure horror, als je het aan Academia Barilla vraagt. Dit voedingsinstituut uit Parma (gevestigd op het terrein van de voormalige Barilla pastafabriek) beschermt, promoot en ontwikkelt de Italiaanse keuken en etenswaren. Academia Barilla haalde onlangs uitgebreid de pers door een tiental culinaire no-no’s te presenteren die buitenlanders als typisch Italiaans beschouwen, maar die Italianen helemaal niet als zodanig kennen.
Rood-witte onzin
Eén van die no-no’s is spaghetti Bolognese. Het wereldberoemde gerecht klopt van geen kanten. Zo komt het helemaal niet uit Bologna en wordt het van oudsher met tagliatelle (brede, platte pastaslierten) gegeten. Wie olie aan het pastawater toevoegt, heeft nog een andere culinaire doodzonde te pakken; olie voeg je zo nodig na het koken toe. En een rood-wit geblokt tafelkleed? Dat is echt not done.
Interessant feitje, altijd leuk voor het gesprek aan tafel. Spaghetti alla puttanesca betekent zoveel als ‘slettenspaghetti’. Het schijnt namelijk dat dit gerecht nogal eens in Italiaanse bordelen werd geserveerd.
Naar dames van lichte zeden om te eten? Dat klinkt nog erger dan Playboy lezen voor de interviews. Misschien dat de andere lezing dan klopt. Die vertelt dat de prostituees de pasta juist zelf aten. Ze hoefden de deur vaak niet uit voor de ingrediënten, want die behoren tot de standaard voorraad in Italië. Ook weer een verhaal waarop je gemakkelijk kunt schieten…
Hoe dan ook, het is een goed bordje pasta. De ansjovis geeft een diepere smaak aan de pastasaus, zonder overheersend te zijn. Groene salade erbij, eventueel een broodje en klaar ben je.
Scamorza is geen alledaagse kaas in Nederland, terwijl het zo’n gemakkelijk ingrediënt is. Het smelt fijn, heeft een duidelijke maar niet te extreme smaak en is in veel gerechten te gebruiken. Meestal is deze Italiaanse kaas gemaakt van koemelk, soms van schapenmelk.
Scamorza heeft nog het meest weg van een stevigere, minder vochtige mozzarella. Meer bite en meer pit. Het wordt ook op een zelfde manier gemaakt. Probeer scamorza eens als vervanger van mozzarella, bijvoorbeeld in een salade met tomaat en basilicum (caprese) of laat een plak op een hamburger smelten.
Scamorza affumicata is de gerookte variant van deze kaas. Heel belangrijk: rasp de korst van de scamorza affumicata mee. Dit gedeelte van de kaas heeft de sterkste rooksmaak.
Als je geen scamorza affumicata kunt vinden, zou je rookkaas als alternatief kunnen nemen in dit gerecht. Maar rookkaas smaakt duidelijk rokeriger dan de scamorza. Iets minder rookkaas nemen en wat Parmezaanse kaas toevoegen, is ook een optie.
Op de afbeelding zie je een vrij vochtige risotto. Ik vind dat sowieso lekker, maar ditmaal heb ik het ook zo vochtig gehouden vanwege de scamorza. Deze kaas smelt gemakkelijk, maar wordt ook vrij snel weer hard. Zoals mozzarella op een pizza doet. Door de relatief veel bouillon te gebruiken, stolt de kaas minder snel.
Oh la la. Van Frans eten kan ik alleen al honger krijgen door de naam te horen. Deze soep is hartstikke gezond, voedzaam en geschikt voor vegetariërs. Wie wel van vlees houdt, bakt een worst en serveert die in de soep. Het kan allemaal. Ik zou er hoe dan ook een lekker stuk brood bij geven. Liefst een wat steviger brood.
Het fijne aan deze maaltijdsoep vind ik het grote verschil in textuur. Er gaan flink wat bonen in, bij voorkeur gedroogde. Eenmaal gaar kauw je daar heel anders dan op dan op de gekookte wortel of courgette. In deze versie zit aardappel, maar die kun je ook vervangen door pasta (een hand of twee, hou de kooktijd op de verpakking aan). Al dente pasta geeft weer een heel andere bite aan een lepel soep.
Het nat van de soep is relatief flauw, in vergelijking met veel andere soepen, zonder smaakloos te zijn. Maar in combinatie met de pistou, die flink wat rauwe knoflook bevat, maakt dat het gerecht net weer wat spannender. Dat mag ik wel, dat er iets gebeurt in je mond.
Pistou lijkt niet voor niks op pesto; het is nagenoeg hetzelfde. Pistou is pesto zonder pijnboompitten, al dan niet aangevuld met tomaat. Vaak wordt de tomaat in blokjes toegevoegd aan de soep als die niet in de pistou verdwijnt.