Hoe cool is dat; de verse worst die ik gebruikt heb voor dit recept, hebben we gemaakt tijdens de workshop Vairrukkelijk bij Vair. Daar leerde ik onder meer hoe je een varken uitbeent en waar de verschillende stukken vlees zitten. Hartstikke interessant. En extra lekker, zo’n zelfgemaakte vairse worst!
Groentestoof met verse worst
De workshop is een echte aanrader. Verder is Vair een prachtig bedrijf, waar wordt gewerkt vanuit een heel eigen filosofie rondom vlees en varkens houden. Daar schreef ik eerder een reportage over.
Nog even over de worst
In dit recept wordt de worst in een andere pan gebakken dan de groenten. Dat doe ik omdat ik van een lekker knapperige verse worst hou. Wie dat niet zo belangrijk vindt (of wie graag afwas bespaart) schuift de groenten wat aan de kant en laat de worst meegaren met de groenten. Zorg er dan wel voor dat de worst op de bodem van de pan ligt en voeg dan de ui en de wortel toe. Verder volg je het recept en sla je stap 2 over.
Tips voor het bakken van verse worst,
braadworst, worstjes en saucijsjes
- Haal het vlees op tijd uit de koeling. Laat het goed verpakt op kamertemperatuur komen.
- De pan moet niet te groot zijn. Gebruik een pan waarin de worst (bijna) precies past. Een veel te ruime pan heeft veel leeg oppervlak. Daarmee loop je het risico dat de boter verbrandt.
- Bak de worst op niet te hoog vuur. Hij moet immers wel een tijdje op staan. Bak de worst eerst aan beide kanten op half hoog vuur en schakel de temperatuur vervolgens wat terug.
- Worst inprikken voor het bakken, of niet? De meningen verschillen, maar ik doe het wel. Een paar gaatjes maar. Want anders loop je het risico dat je worst barst of scheurt. Voorstanders van niet inprikken menen dat een ingeprikte worst te droog bakt en dat het jammer is van de smaak. Die ervaring heb ik niet. Vet draagt natuurlijk bij aan de smaak, maar er blijft genoeg over voor een smakelijk worstje.
- Moet je verse worst, braadworst en saucijzen voorgaren of koken in water voor het bakken? Het moet niet, maar het kan wel.
Ingrediënten
(4 personen)
- 2 eetlepels olie
- 1 flinke ui, in snippers
- 1 winterwortel (circa 250 gram), in kwart plakjes / 250 gram bospeen in plakjes
- 3 stengels bleekselderij, in plakjes
- 2-4 teentjes knoflook, in plakjes (naar smaak)
- 1 theelepel tijm, gedroogd
- 400 gram linzen uit blik
- boter om te bakken
- verse worst, 450-500 gram
Groentestoof met verse worst maken
Verhit de olie in een koekenpan. Bak de ui en wortel op half hoog vuur totdat de ui glazig ziet. Voeg bleekselderij toe en bak 2 minuten mee. Voeg knoflook, tijm, zout en peper toe en bak 1 minuut mee. Laat de groentestoof op laag vuur verder garen. Roer zo nu en dan.
Verhit tegelijkertijd de boter in een andere koekenpan. Gebruik het liefst een pan die ongeveer even groot is als de verse worst, anders loop je het risico dat de boter verbrandt. Prik met een satéprikker enkele gaatjes in de verse worst. Bak de verse worst aan beide kanten bruin en krokant. Dat duurt ongeveer 10 minuten per kant, op een niet te hoge temperatuur (keer de worst om de 5 minuten).
Spoel de linzen af en voeg ze toe aan de groentestoof. Verwarm het geheel 5 minuten. Af en toe voorzichtig roeren. Leg de worst op de groentestoof en zet de pan op tafel.
